Kasserol

 

Een kasserol, gemaakt met champignons, gehakt en hartige groenten. Dit mengsel gaat in een stenen/aardewerken ovenpot, en we bedekken hem met een deeglapje. Op die manier worden de groenten nog wat nagestoomd en blijft de hartige smaak bewaard. Op de keper beschouwd zou je dit gerecht dus ook een Pie kunnen noemen.

We beginnen met het maken van de basis :

Van links naar rechts afgebeeld :


We snijden de champignons in 3 tot 4 stukken, zodanig dat in elk stuk een champignon te herkennen is. Snijdt dus netjes.


De aubergine gaan we in stukken snijden. We halen het "kontje" eraf, en doen dat weg.

Eerst 1 maal in de lengte doorsnijden, daarna dwars in stukken van 1 cm dik.


De uien snijden we in middelmatig kleine stukken.


De groene pepers (lomboks) gaan we snijden. Van de vijf stuks ontdoe ik vier van de zaden en zaadlijsten, want daar zit de echte pepersmaak in. De vijfde snijd ik inclusief de zaadlijst. Wil je een pittiger resultaat, dan kun je uiteraard bij meer pepers de zaadlijsten erin laten. Kijk echter uit : Lomboks zijn heet en hebben wat weg van cayennepeper, waarbij de pepersmaak lang op je tong blijft liggen.

Maar eerst wrijf ik m'n handen in met wat olie, waardoor de peperdeeltjes aan de olie binden en niet aan het huidvet in mijn hand. Dan kan ik na afloop de olie, met de peperdeeltjes erin, gemakkelijk wegwassen en heb ik geen "peperhandjes".

De zaadlijsten verwijder ik met een klein lepeltje.

De laatste peper snijd ik dwars, en de zaadlijst blijft er dus in.


Een halve knoflookbol (meer mag ook) pel ik en ga ik fijnsnijden.


De bosuitjes ontdoe ik van de wortelkant.

En van de toppen snijd ik de slechtere stukken af.

Daarna snijd ik de bosui diagonaal in kleine stukken.


De paprika opensnijden en het zaadhuis verwijderen.

In reepjes snijden.


Kijk, de ingrediënten zijn geprepareerd en het koken kan beginnen :


In een ruime braadketel smelt ik zachtjes 250 gram roomboter.

Zodra een beetje boter gesmolten is voeg ik 10 eetlepels Worchestersauce toe. De gegiste kruiden in de saus binden lekker met het vet van de boter. Let op : Niet te warm laten worden.

De champignons kunnen er al meteen bij.

Goed doorroeren, want nu begint het proces waarbij de gegiste kruiden uit de Worchestersauce, die gebonden zijn aan het vet van de roomboter, door de champignons worden opgezogen. Dit chemisch proces moet je tijd geven, dus vooral niet haasten. Neem er gerust een half uurtje voor.

De knoflookolie wordt ook door de champignons opgezogen.

Ik voeg 8 eetlepels Madeira toe. Champignons en Madeira zijn nalijk een geweldige combinatie. Je kunt ook droge Cherry of Cognac nemen.

Lekker laten inkoken.

Zodra alle sap verdampt is en de smaak in de champignons is getrokken, kunnen de champignons worden weggelegd in een schaaltje. Je kunt dit moment goed herkennen wanneer je tijdens het roeren een helder "eiland" in de pan kunt maken :


In diezelfde pan gaan we de rest van het gerecht bereiden. In het vet van de roomboter zitten namelijk nog heerlijke gebonden kruiden, en die willen we absoluut meepakken.

Het gehakt latern we in grote stukken braden, dus niet -zoals bij een Italiaanse Bolognesesaus- het gehakt fijnprakken. Gewoon lekker hapgrote brokken laten.

Na 10 minuten kunnen de uien erbij.

Zodra de uien glazig worden (10 tot 15 minuten) gaan we verder :

De bosui erbij :

En de pepers.

De paprika :

En de tomaten.

De aubergine :

En nu de deksel op de pan en op laag vuur lekker laten pruttelen.


Na 10 minuten voeg ik 10 tot 12 eetlepels Lea & Perrins Worchestersauce toe. Dat is dus de rest van het flesje...

Herinneren we ons de champignons nog ?

Die gaan nu erbij.

Weer de deksel op de pan.

Na tien minuten kan het kruidenmengsel van koriander en dragon erbij.

Flink doorroeren en het gerecht is klaar !

We gaan dit mengsel nu in een aardewerken ovenschaal scheppen. Het overschot kun je in Tupperware bakjes in de diepvries bewaren. Heerlijk als je over een week of zo nog een keer deze Kasserol wilt proberen.


We maken deeg door de volgende ingrediënten tot een deegbal te kneden :

  • 300 gram zelfrijzend bakmeel (of 300 gram bloem en 10 gram gist)
  • 2 theelepels zout
  • 70 gram boter (op kamertemperatuur)
  • 3 eieren (op kamertemperatuur)
  • 1 theelepel suiker
  • 2 eetlepels Cognac of Rum

Dit deegmengsel heb ik, na enkele malen in andere samenstellingen te proberen, tot het meest ideale deeg voor een Kasserol uitgeroepen. Je ziet bijvoorbeeld dat ik meer zout dan gebruikelijk gebruik. Dat zorgt voor het extra goed binden van de gluten uit het meel, waardoor het deeg stevig blijft. Als je het uitrolt en op het gerecht legt, heeft deeg namelijk de neiging langzaam in het gerecht op te lossen, waardoor de stevigheid verloren raakt en er scheuren in het deeg komen. Je kunt je voorstellen dat dit niet het gewenste resultaat bij een Kasserol is. Ook helpt de extra boter bij het vormen van de gluten.

Verder zie je dat ik eieren en alcohol gebruik. Die twee gaan meteen met elkaar een chemische reactie aan, en vormen kleine eiwiteilandjes in het deeg. Zodra in de oven de temperatuur van het deeg boven de 65 graden Celsius komt verhard dat eilandje, waarbij de alcohol verdampt. Daardoor krijg je een luchtig bolletje in het deeg. En als je goed hebt gekneed heb je heel veel van die kleine luchtige bolletjes...

Ik neem bij voorkeur zelfrijzend bakmeel en geen bloem met verse gist. De reden daarvoor is simpel : Door de grotere hoeveelheid zout krijgen de verse gisten niet de kans het deeg goed te laten rijzen. Omdat zelfrijzend bakmeel hier geen last van heeft, geniet die meel in dit deeggerecht de voorkeur.

 


We gaan de eieren loskloppen en mengen met rum.

Het losgeklopte ei / rum -mengsel gaat bij het meel, de boter, het zout en de suiker.

Goed mengen en daarna flink kneden, zodat het meel mooi lange gluten vormt, die door het zout stevig worden gebonden. Als het mengsel te slap is, dan een beetje bijmelen.

De deegbal dek ik af en laat ik even rusten. Tenminste een kwartier, maar langer mag ook.

Dan uitrollen tot een dikte van een halve centimeter.

Het uitgerolde deeg rol ik voorzichtig op de deegrol, want dan kun je het makkelijk oppakken en uitrollen boven de aardewerken ovenschaal :

Zie je, het deeg ligt er nu mooi op.

Even lekker aandrukken. Let op dat het deeg niet stuk gaat. Echter, door de samenstelling van dit deeg is het lekker stevig en dus prima handelbaar.

De randjes snijden we weg. En die wegsnijdsels bewaren !

We bestrijken de bovenkant met olijfolie.

En de afgesneden deegresten snijden we in mooie stukjes en draperen we op het deeg.

Olijfolie erop.

En voor het oog nog een paar snippers fijngesneden peterselie. De olijfolie zorgt tijdens het bakken in de oven voor een mooi donker bovenkantje.


Nog een laagje aluminiumfolie erop, en hij kan de oven in :

Door de aluminiumfolie wordt het inwendige goed gaar.

De oven, die op 175 graden Celsius staat gaan we na 20 minuten even openen en we halen het aluminiumfolie weg.

Nu kan de bovenkant mooi aanbakken, en na 15 minuten krijgen we een mooi bruin krokant bovenkantje en is het gerecht gereed om op te dienen :


(c) Copyright Koken Met Aschwin - http://koken.met.aschwin.net/